![]() |
Herdenking moorden door Psychiaters 1939 - 1948Dames en Heren, Vandaag worden op verschillende plaatsen in de wereld de tussen 1939 en 1948 door psychiaters vermoorde mensen herdacht. Ik kan mij voorstellen dat wij in Nederland zuchten:
wéér een herdenking. Moeten alle vermoorde groepen
herdacht worden? Het antwoord is ja, want níét
herdenken is herhalen. Maar déze groep, wat hebben wíj daar mee te maken?
zullen sommigen zich afvragen. De vermoorde mensen
waren hoofdzakelijk Duitsers. De moordenaars waren
hoofdzakelijk Duitsers. Ja, de vermoorde mensen waren
hoofdzakelijk Duitsers, maar ze werden niet vermoord
omdat ze Duitser waren. Ze werden vermoord omdat ze
niet voldeden aan normen die artsen gesteld hadden,
normen voor gedrag, geloof, intelligentie,
maatschappelijke vaardigheid, lichamelijke perfectie,
en financieel functioneren. Wanneer Joden, Zigeuners, mensen met donkere huid of homoseksuelen vermoord werden, konden sommige mensen zuchten, “Gelukkig, ik ben niet Joods, Zigeuner, donker of homoseksueel.” Maar niemand kon denken “Gelukkig, ik ben niet gebrekkig” want gebrekkigheid kan iedereen overkomen. Het gedachtegoed van de moordenaar-artsen stopte ook niet bij de grenzen van Duitstalige landen. Ook wij zijn potentieel deel van de doelgroep van het massamoordprogramma geweest. Daarom herdenken ook wij vandaag de vermoorden. Níét herdenken is herhalen. Wie waren de mensen die we vandaag herdenken? De namen van de meesten zijn ons onbekend. Hoeveel waren het? Volgens Fredric Wertham, zelf een Duitse psychiater die in 1922 naar de Verenigde Staten is geëmigreerd, gaat het in Duitsland alléén al om minstens 275.000 mensen. In Oostenrijk werden alleen al uit één ziekenhuis in Wenen meer dan 7.500 mensen naar hun dood getransporteerd. Historici spreken over het leeghalen van meerdere Oostenrijkse ziekenhuizen. In bezet Frankrijk werden 40.000 mensen door psychiaters omgebracht. In Polen werden de bewoners van inrichtingen dood geschoten door de bezetter. Mogelijk is 400.000 een reële schatting. Zigeuners en Joden, wiens massamoord eveneens een “hygiënische maatregel” werd beschouwd door de nazi's, zijn niet bij dit getal inbegrepen. We noemen de moord van vier of acht mensen tegelijk
al “massamoord.” Getallen als 400.000 zouden ons over
het hoofd kunnen doen zien dat het gaat om individuen,
beroofd van het leven omdat de artsen van die tijd dat
geneeskundig noodzakelijk achtten. Die individuen
herdenken wij hier vandaag, want níét herdenken is
herhalen. Wie waren hun moordenaars? Tientallen van hún namen
zijn bekend. Zij waren vooraanstaande wetenschappers
en artsen, hoogleraren aan universiteiten, directeuren
van psychiatrische ziekenhuizen, mannen én vrouwen. In
hun privé-leven werden ze beschouwd als lieve,
zachtaardige, idealistische mensen. Ze hadden de beste
bedoelingen. Velen hadden publicaties op hun naam
staan die vandaag de dag nóg aangehaald worden in
studieboeken die jonge artsen bestuderen. Níét
herdenken is herhalen. De psychiaters hebben bij Hitler gelobbyd om hun
zogenaamd “euthanasie programma” te mogen uitvoeren.
Het was een logisch uitvloeisel van het
sterilisatieprogramma waaronder in Duitsland vanaf
1934 400.000 mannen, vrouwen en kinderen onvrijwillig
onvruchtbaar waren gemaakt, vaak vanwege de meest
triviale aandoeningen. De sterilisaties stopten in
1939. Het was een kleine stap van sterilisatie naar
moord. Trouwens, het hoofd van dat
sterilisatieprogramma, de arts Ernst Rüdin, werd
gesponsord door de Amerikaanse Rockeffeler Stichting,
niet door de nazi's. De meeste met dwang
gesteriliseerde mensen zijn later vermoord. De ideeën van Binding en Hoche werden razend populair
in en buiten Duitsland. Hoogleraren en
afdelingshoofden van medische faculteiten in Berlijn,
Heidelberg, Bonn en Würzburg organiseerde congressen
om politiek en justitie te overtuigen van deze ideeën.
De American Psychiatric Association bepleitte adoptie
van het programma in de Verenigde Staten, waar
onvrijwillige sterilisaties tot in de jaren '70 nog
uitgevoerd werden. De Britse Eugenics Society bestond
al vóór het massamoordprogramma van de Duitse
psychiaters. Ook in Zwitserland en andere Europese
landen gingen er stemmen op voor eugenetica. Van Adolf
Hitler hadden Binding en Hoche toen ze hun boek
schreven nog niet gehoord. Omgekeerd, Hitler werd
sterk beïnvloed door de ideeën die indertijd in de
psychiatrische mode waren. Een tweede misverstand is dat de moordenaars
uitzonderingen waren, enkele heethoofden, dat het ging
om incidenten of excessen. Onmogelijk. Voor iedere
vermoorde werden allerlei formaliteiten doorlopen,
registraties, vragenlijsten in vier kopieën, commissie
dít en commissie dát, beslissing zús en beslissing zó,
stempel van díe en handtekening van díé. Niet één van
de vermoorde mensen is lichtzinnig of achteloos
omgebracht. Om het selectieproces zuiver te houden
mochten psychiaters niet beslissen over de bewoners
van hun eigen inrichting. We kennen trouwens vandaag
de dag in Nederland nog steeds het begrip, de
“onafhankelijke psychiater”, die niet de eigen
behandelaar is. De massamoorden werden gepleegd uit ideologie. In
1941 werd in het psychiatrische ziekenhuis Hadamar de
dood van de tienduizendste bewoner gevíérd. Het naakte
lijk werd tijdens een ceremonie in bijzijn van de
verzamelde artsen en personeel de crematie-oven in
geduwd. Er was muziek bij, een parodie van een
religieus ritueel uitgevoerd door een psychiater, en
alle medewerkers ontvingen een flesje bier cadeau. Een derde misverstand is dat de meeste psychiaters
het zelf niet wisten of niet meededen. In feite werden
slechts eminente psychiaters uitgenodigd om mee te
doen. De architecten van het massamoordprogramma waren
toppsychiaters. De selectie van kandidaten voor het
massamoordprogramma waren psychiaters, tientallen zo
niet honderden psychiaters die op al die commissies
zaten. De moorden werden uitgevoerd door psychiaters.
De gaskamers en crematoria werden in opdracht van
psychiaters opgericht in vijf psychiatrische
ziekenhuizen en een voormalige gevangenis, dat
uitsluitend werd gebruikt om mensen uit inrichtingen
om te brengen. Psychiaters zelf draaide de gaskranen
open, terwijl andere psychiaters door een spiekraampje
in de muren van de gaskamers toekeken hoe daar mensen
langzaam stikten. In inrichtingen waar geen gaskamers
waren hebben psychiaters willig meegewerkt door hun
bewoners op transport te zetten naar gaskamers. Of ze
brachten ze om met psychofarmaca. Andere bewoners
werden op een zogenaamd wetenschappelijk dieet gezet,
en werden opzettelijk omgebracht met ondervoeding.
Vooral duizenden kinderen zijn met psychofarmaca en
ondervoeding vermoord. Een vierde misverstand is dat de moorden werden
gepleegd uit medeleven met het veronderstelde leed van
de vermoorden. Dit argument werd met succes gepleit in
diverse processen die later zijn gevoerd tegen
psychiatrische massamoordenaars. Nog afgezien van het
feit dat de moorden bepaald niet humaan werden
uitgevoerd en de bewoners van de inrichtingen niet om
de dood hadden gevraagd, gíng het helemaal niet alleen
om zieke mensen en zwaar gehandicapten. De criteria
werden steeds breder gesteld: kinderen met
niet-volmaakt-gevormde oren, kinderen die in hun bed
plasten, ouderen die niet meer zo vlot waren, mensen
die blind of doof waren of wel eens epileptische
aanvallen kregen, veteranen van de eerste wereldoorlog
die in dienst een ledemaat hadden verloren en mensen
die uit gebrek aan een aantoonbare afwijking
“schizofreen” werden genoemd. Sommige mensen hadden
helemaal geen afwijkingen, maar waren in de zorg
terecht gekomen, als ze volwassenen waren,
bijvoorbeeld omdat ze dakloos of werkeloos waren, of
kruimeldieven. Voor sommige mensen bereikte een
opdracht van de rechtbank om ze vrij te laten de
inrichting na dat ze al vermoord waren. Sommige van de
kinderen die ten prooi vielen aan de massamoorden
waren opgenomen wegens problemen thuis. Het vraagstuk of de doelen van de psychiaters zuiver
medisch waren, is omstreden. In hun boeken, artikelen,
voordrachten and brieven, wezen ze herhaaldelijk op de
economische voordelen van het massamoord programma. De
natie zou de kosten van zorg voor niet-productieve
mensen bespaard worden. De vermoorde mensen zouden hun
bezittingen, woningen, kleren en gebruiksvoorwerpen
achter laten. De lichamen zelf hadden economische
waarde. Gouden tanden werden verzameld. Van het vet
kon zeep gemaakt worden, tassen van de huid, matrassen
van het haar, en, natuurlijk, de hersenen werden
gretig ontvangen door collega artsen voor
wetenschappelijk onderzoek. De winst werd zorgvuldig
bijgehouden door het Centrale Bureau voor Boekhouding
in Berlijn. Ik wil u eraan herinneren, dit waren
psychiatrische inrichtingen. De zogenaamde
concentratie- en vernietigingskampen waren pas later,
in 1941 opgericht. Ik persoonlijk heb de indruk dat de
psychiaters niet gemotiveerd waren door economische
belangen, maar dit argument alleen hebben gebruikt
voor propagandistische doeleinden. Sommige psychiaters zijn in 1941 overgeplaatst van
werk in psychiatrische inrichtingen naar werk in
concentratiekampen. Tijdens het proces van één zo'n
psychiater werd hij gevraagd, “Hoe kon je zomaar
overstappen van het selecteren van psychiatrische
patiënten naar het selecteren van gewone mensen?”
Blijkbaar begreep de steller van de vraag niet, wat de
psychiater wel wist. Zijn antwoord was: “Er is geen
verschil.” Psychiatrische patiënten zijn evenals wij
allemaal mensen. Een vijfde misverstand is dat de psychiatrische
moorden in 1941 stopten. In 1941 heeft Hitler de
directeur van het massamoordprogramma, Karl Brandt,
gesproken. Wát precies besproken is staat niet op
schrift. De bronnen die ik heb geraadpleegd zijn
verdeeld over het vraagstuk of Hitler zijn toestemming
voor het massamoordprogramma introk, of alleen
verzocht het programma te matigen. Ook over de reden
dat Hitler dat verzoek deed zijn de bronnen verdeeld.
Sommigen stellen dat Hitler bezweek voor de publieke
opinie, zoals verwoord werd door priesters,
buurtbewoners van de crematoria, en dissidente
psychiaters. Anderen stellen dat Hitler zich zorgen
maakte over het moraal onder de soldaten, die tijdens
een bezoek thuis ontdekten dat kleine zus of oma op
mysterieuze wijze was verdwenen. Of de soldaten
vreesden dat als ze gewond raakten, ze zelf kandidaat
zouden worden voor het massamoordprogramma. Een derde
mogelijkheid is dat Hitler een andere bestemming had
toegewezen aan de gaskamers. Die werden immers in 1941
bij de psychiatrische ziekenhuizen gedemonteerd,
verscheept naar het oosten, en weer opgericht in
concentratie-vernietigingskampen. Teams van
psychiaters en verpleegkundigen reisden met de
gaskamers mee om de commandanten van de
concentratie-vernietigingskampen te instrueren in hun
gebruik. Maar de massamoord van gepsychiatriseerde mensen ging
in 1941 en daarna door, ook zonder gaskamers.
Psychofarmaca en opzettelijke verhongering waren al
massaal gebruikt om patiënten om te brengen, en werden
na 1941 de hoofdmethode voor de massamoorden. Omdat de
massamoorden niet meer de goedkeuring van de overheid
hadden, en omdat er niet meer zoveel bureaucratie aan
verbonden was, werden ze achteraf genoemd “wilde
euthanasie.” De meeste historici zijn het erover eens
dat er na 1941 zelfs meer massamoorden op mensen in
inrichtingen werden gepleegd dan in de twee voorgaande
jaren. In 1945 hebben Amerikaanse soldaten 20 kinderen
kunnen redden door de psychiatrische inrichting
Eglfing-Haar met getrokken geweren te bevrijden.
Tegenwoordig weten we dat de massa moorden zelfs na de
val van het derde reich door gingen, tot 1948. Hoe is het afgelopen met de duizenden psychiaters en
anderen die de massamoorden hebben gepleegd? Enkelen,
onder andere Karl Brandt, directeur van het
massamoordprogramma, en Paul Nitsche, zijn
vertegenwoordiger, zijn in Neurenberg geëxecuteerd.
Veel andere hoge functionarissen in het
massamoordprogramma zijn hun straf ontlopen door
zelfmoord te plegen. Werner Heyde, die de gaskamers
heeft goedgekeurd en persoonlijk geïnspecteerd, heeft
twaalf jaar geleefd en gewerkt onder een valse naam,
hoewel zijn identiteit bekend was onder zijn collegae.
Toen hij alsnog werd ontmaskerd pleegde hij zelfmoord.
Enkele psychiaters hebben lichte straffen gekregen,
zoals Valentin Falthauser die had meegewerkt aan de
dood van 300 mensen. Hij werd veroordeeld tot drie
jaar gevangenisstraf, iets meer dan 3½ dagen per
vermoorde mens. Een andere psychiater, de dikke
Pfannmüller, die naast volwassenen meer dan 120
kleuters zogenaamd op natuurlijk wijze heeft laten
sterven, namelijk door ze opzettelijk te laten
verhongeren, heeft per vermoorde kleuter hoogstens zes
dagen in de gevangenis door gebracht. De meeste
psychiaters die geen zelfmoord hebben gepleegd zijn
vrijgesproken, als er al proces tegen hen gevoerd
werd. Honderden hebben hun carrières gewoon voort
gezet, zij het in Europa, zij het in de Verenigde
Staten. Onder anderen hebben zij een nieuwe generatie
psychiaters opgeleid. Een van de meest prominente
medewerkers aan de massamoorden, de psychiater Werner
Villinger, kreeg na de oorlog van de West Duitse
overheid een medaille, en heeft in 1950 op uitnodiging
van de Verenigde Staten deelgenomen aan een Witte Huis
conferentie over kinderen en jeugd. Een andere
massamoordenaar, Fredrich Maurz was in 1948 een van de
oprichters van de World Federation for Mental Health.
Die informatie is niet te vinden op hun website. In de
jaren tachtig heeft een Amerikaanse schrijver
tientallen artsen, die hadden mee gewerkt aan de
massamoorden, geïnterviewd. Dat kon, want ze leefden
en werkten in vrijheid. Ook de andere betrokkenen,
verpleegkundigen, ziekenverzorgers, administrateurs,
studenten, apothekers, farmaceuten, bouwers van de
gaskamers en crematoria, zijn allemaal vrijuit gegaan.
Een van de deelnemers aan de processen in Neurenberg
was de Amerikaanse psychiater Leo Alexander. Hij was
het die verhinderde dat de gedwongen sterilisaties
beschouwd zouden worden als strafbare daden, immers,
in de Verenigde Staten werden evengoed mensen
gedwongen gesteriliseerd. Maar ook rechters in latere
processen toonden sympathie voor het
massamoordprogramma, vandaar de geringe straffen en
vele vrijspraken. We moeten niet vergeten dat de
Duitse justitie had meegewerkt aan het
massamoordprogramma. In voorbereiding op deze toespraak vroeg ik mij af of de publicaties van de massamoordenaars nu nog in Nederland gelezen kunnen worden. Ik raadpleegde de bibliotheekcatalogi van de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. Welnu, Karl Brandt, hoofd van het massamoordprogramma, later geëxecuteerd, vele treffers. En ja, ik heb de treffers van de juiste Karl Brandt geteld, want er zijn inderdaad meerdere auteurs die zo heten. Paul Nitsche, ook geëxecuteerd, 5 treffers. Het proefschrift van Pfannmüller, de kleutermartelaar, ligt bij de UvA ter inzage. Max de Crini(s), de Berlijnse hoogleraar die de gaskamers van Sonnenstein inspecteerde met door het spiekraampje toe te kijken, 6 treffers. Werner Catel, de expert op het gebied van massamoord op kinderen, treffers. Berthold Kihn, de grote administratieve massamoordenaar, treffers. Villinger, die ik eerder noemde, een publicatie van 1958, lang na het eind van het nazi-bewind. En zo vond ik treffers voor de meeste namen die ik intypte. Het boek van Binding en Hoche, dat de aanzet gaf voor de uitroeiing, ligt in de VU bibliotheek. Wie weet hoeveel publicaties van massamoordende psychiaters door artsen in opleiding in Nederland bestudeerd worden. Mein Kampf van Hitler is ook volop verkrijgbaar. Ik pleit niet voor censuur. Maar het verschil tussen Hitler en de psychiatrische massamoordenaars is dat ieder klein kind in Nederland wéét dat Hitler een massamoordenaar was. De namen van de psychiatrische massamoordenaars, die de inspiratie voor Hitler waren, zijn ons onbekend. Ik bepleit dus, dat we bekendheid geven aan wat er is gebeurd. De Fransen zeggen, l'histoire se repete. L'histoire se repete alleen wanneer we l'histoire niet kennen. Om de beschamende geschiedenis te kennen moeten we de slachtoffers herdenken. Níét herdenken is herhalen. Waarom zijn deze moorden niet eerder in Nederland
herdacht? Waarom worden ze verzwegen? Zou het zijn
omdat we nog altijd psychiaters gebruiken om
afwijkende mensen uit ons midden te verwijderen? Hedendaagse psychiaters hebben niet het doel massamoord te plegen. Toch zijn er parallellen. Tegenwoordig spreken we niet over het volk maar over “de maatschappij”. Psychiaters worden nog altijd opgeleid om de mens te zien als lichaam en genen. Hoewel de lettergreep “psych” ziel betekent, speelt de ziel ook in de moderne biopsychiatrie geen rol. In plaats van massamoord hebben we nu massamedicatie. De grens tussen gesedeerd en dood is een stukje verlegd. Hiermee doel ik op een getuigenis van een van de psychiaters in Neurenberg, dat het niet zo veel uit maakte of iemand gesedeerd of dood was. De onaangetoonde en onbewijsbare diagnoses die toen in de overlijdensberichten stonden staan nu in de medische dossiers. Ouders van kinderen worden nog altijd onder druk gezet door psychiaters. De deuren van sommige inrichtingen zijn nog altijd aan twee kanten op slot, waardoor “patiënten” ingesloten en journalisten uitgesloten blijven. Dissidente psychiaters die zich niet laten meeslepen met de massa worden nog altijd door hun collega's zwart gemaakt en uitgesloten. Ook het pseudomedische jargon speelt nog steeds een
rol. Toen heette geweld “zorg”, moord heette
“euthanasie”, dood door farmaca heette “natuurlijke
dood”, mens heette “patiënt” en onbegrepen heette
“schizofreen”. Tegenwoordig zijn daar termen
bijgekomen, zoals “therapietrouw” en “ziekte-inzicht”
om de onderwerping aan psychiaters aan te geven. De symbiotische relatie tussen arts en overheid staat
nu meer dan ooit overeind, een mariage à convenance
tussen de wet en de wetenschap, tussen justitiële
macht en medicijnen, waarbij de zelfbeschikking van
het individu een ondergeschikte rol speelt. Dames en heren, wij zijn van plan hier volgend jaar
weer te staan, weer te herdenken, want níét herdenken
is herhalen. Wij roepen op: psychiaters en andere artsen,
psychiatrisch en andere verpleegkundigen, hoogleraren,
docenten en studenten, allen die zich direct of
zijdelings met zorg voor opgenomen mensen te maken
hebben, om ook hier volgend jaar te komen staan en met
ons mee te herdenken, want níét herdenken is herhalen.
Wij roepen op: politici, juristen, rechters,
ambtenaren, zorgverzekeraars, bestuurders van
instellingen en universiteiten, en ieder ander die
direct of zijdelings administratief betrokken is bij
het beslissen over het lot van mensen die “patiënt”
genoemd worden om ook hier volgend jaar te komen staan
en met ons mee te herdenken, want níét herdenken is
herhalen. Wij roepen op: de leiders en praktiserende van alle
religies en levensbeschouwingen die ons land rijk is,
en alle burgers van alle beroepen om ook hier volgend
jaar te komen staan en met ons mee te herdenken, want
níét herdenken is herhalen. Wij roepen op: gepsychiatriseerde mens, die nog kán
lopen, praten, denken, voelen, herinneren en
zelfstandig handelen, om ook hier volgend jaar te
komen staan en met ons mee te herdenken, want níét
herdenken is herhalen. Wij herdenken hier vandaag rond 400.000 mannen en
vrouwen, kinderen en ouderen, minder en meer validen,
slachtoffers van de wetenschappelijke normen en
waarden van hun tijd, slachtoffers van de architecten
van de uitroeiing, die geselecteerd en vermoord werden
door de psychiaters die pretendeerden in hun en ons
belang te handelen. Mogen hun zielen zegen vinden in
deze herdenking. Dames en heren, wij sluiten de herdenking met een
minuut stilte. Bronnen:
|
|